Beloken Pasen

Lesje Nederlands

Het woordje beloken is het voltooide deelwoord van het werkwoord beluiken wat eerder een verouderd Nederlands woord is dat staat voor sluiten, dicht doen. Je kan ook denken aan de tijd dat er nog geen rolluiken waren en men de vensters ’s nachts afschermde met houten luiken. Het is het tegenovergestelde van ontluiken, openkomen: de bloemen ontluiken in de morgenzon.

Beloken Pasen is dan de dag waarop de paasweek of het paasoctaaf wordt afgesloten. Het is volle acht dagen groot feest geweest om de verrijzenis van Jezus te vieren. We blijven uiteraard die verrijzenis verder gedenken maar op een beetje gematigder toon.

Thomaszondag

Beloken Pasen kennen we in de liturgie ook als ‘Thomaszondag’. Die dag lezen we in het evangelie het verschijningsverhaal van Jezus zoals de evangelist Johannes dat heeft opgeschreven. Op paasdagavond immers verschijnt Jezus niet alleen aan de leerlingen van Emmaüs die ontgoocheld naar huis terugkeren. Jezus verschijnt die avond ook aan de verzamelde leerlingen ‘toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden’ (Joh 20,19). Thomas is er niet bij en hij weigert het verhaal van de leerlingen te geloven. Acht dagen later is hij er wél bij en mag met zijn vingers de wonden van Jezus aanraken zoals hij geëist heeft. Dat levert ons de uitdrukking ‘eerst zien en dan geloven’ op en ook de uitdrukking ‘ongelovige Thomas’.

Maar die Thomas komt tot geloof en zal de Blijde Boodschap van ‘mijn Heer en mijn God’ (Joh 20,28) uitdragen in Zuidwest Indië zo vertelt de traditie. Tot op vandaag de dag bestaan er in Indië Thomasgemeenschappen.

“Het ongeloof van Thomas”, altaarstuk van het bontwerkerambacht (middenluik), Maerten de Vos,
KMSKA, artinflanders.be, Dominique Provost, publiek domein.

Barmhartigheidszondag

Het evangelie van Beloken Pasen geeft een bijzondere opdracht mee aan de leerlingen. In het verschijningsverhaal begroet Jezus de leerlingen tot tweemaal toe met de wens: “Vrede zij u” (Joh 20,20 en 21). En dan zegt Jezus: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u”. Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de Heilige Geest. Als gij iemands zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven” (Joh 20, 21-23). De kerkelijke traditie heeft hierin de opdracht gezien tot het biechtsacrament.

Dit was voor paus Johannes Paulus II de aanleiding om in het jubeljaar 2000 Beloken Pasen uit te roepen tot ‘Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid’ of ‘Barmhartigheidszondag’. In zijn ‘manier van verschijnen’ betoont Jezus zelf al barmhartigheid. Zijn verschijnen is het eerste contact met de leerlingen sinds de gebeurtenissen in de Olijfhof. Hij had alle redenen om zijn leerlingen de mantel uit te vegen omdat ze Hem laffelijk in de steek hadden gelaten. Doch niets daarvan. Jezus treedt hen in alle openheid tegemoet met de woorden ‘Vrede zij u’ en geeft hun een bijzondere opdracht. Zij mogen zijn werk verderzetten.

Weetje

De Latijnse intredezang (Introïtus) van de zondag na Pasen begint met de woorden “Quasi modo geniti infantes…” (“Als pasgeboren baby’s…). De klokkenluider van de Notre Dame in Parijs uit het beroemde boek ‘De klokkenluider van de Notre Dame’ van Victor Hugo heette ‘Quasimodo’. Die brave man werd op de morgen van Beloken Pasen als pasgeboren baby te vondeling gelegd op de trappen van de Notre Dame. En men vond er niets beters op dan hem maar de naam Quasimodo te geven…

E.H. Rik Palmans, ere-deken van Tongeren.