Viering
Johannes de Doper

Op zaterdag 24 juni 2023 vierden we het hoogfeest van de geboorte van Johannes de Doper met een gebedsviering in de kerk van Sint-Jan Baptist te Tongeren.

Sint–Jan de Doper

Iedereen die een beetje vertrouwd is met het christendom kent de figuur van Johannes de Doper. Het is de zoon die Elisabeth en Zacharias op hoge leeftijd kregen. De nicht van Elisabeth was Maria die op haar beurt op ongewone wijze een zoon krijgt, Jezus de Messias. Johannes en Jezus zijn dus achterneven van elkaar. Bij de ontmoeting van de hoogzwangere Elisabeth en de pas ontvangen Jezus in Maria’s schoot springt Johannes van vreugde op in de schoot van Elisabeth (Luc. 1,44). Het hele verhaal van de ontmoeting tussen Elisabeth en Maria is te lezen in het eerste hoofdstuk van  het evangelie van Lucas.

Voorloper

Jezus zal Johannes ‘meer dan een profeet’ noemen. “Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper” (Matt. 11,11). Johannes is inderdaad een scharnierfiguur tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Alles wat hij doet en verkondigt is gericht op de komst van Jezus. Ook al verzamelt hij leerlingen rond zich, het is niet zijn bedoeling om een eigen religieuze gemeenschap te stichten. Hij wil zijn toehoorders voorbereiden op de komst van ‘Hij die groter is dan ik’ (Luc. 3,16). Johannes maakt de weg klaar, hij effent het pad opdat de boodschap van Jezus gemakkelijker bij de mensen zou komen.

De diepste inhoud van zijn werk is mensen tot inkeer brengen, hen doen verstaan dat hun levenswijze grondig moet veranderen. Hij neemt geen blad voor de mond, spaart niets of niemand, spreekt striemende taal en durft keihard te  zeggen waar het op staat. Dat zal hem uiteindelijk in de gevangenis brengen en zelfs tot de dood al was dat het ongewilde gevolg van een dronkenmanseed van Herodes.

Verwijzer

Grunewald Isenheim1Johannes is bij uitstek degene die naar Christus verwijst. “Ik ben niet waard om de riem van zijn sandalen los te maken” (Luc. 3,16). Deze ingesteldheid is treffend weergegeven op een wereldberoemd schilderij van Matthias Grünewald (1480-1528). Hij schilderde in opdracht een groot altaarstuk voor de kloosterkerk in Isenheim waar hij Johannes de Doper bewust afbeeldt met een veel te grote wijsvinger. Daarbij schildert hij de tekst: ‘Hij moet groter worden, ik verdwijnen’, een uitspraak van Johannes (Joh. 3,30). Johannes staat niet op zichzelf. Hij is de wegwijzer naar Hem die het Koninkrijk Gods op aarde zal brengen. Het bewuste schilderij is te zien in het Museum Unterlinden in Colmar. Een andere verwijzende uitspraak van Johannes de Doper is het alom gekende ‘Zie het Lam Gods’ (Joh. 1, 29).

De Doper

Zijn bijnaam dankt hij aan het doopsel dat hij predikte tot boetedoening en bekering en dat hij effectief toediende in de Jordaanstreek. Water heeft in alle culturen de functie van reiniging, element van nieuw leven. Zijn oproep tot bekering bekroonde hij met het doopsel.

Wat dan met Jezus? Moest die ook bekeerd worden? Johannes schrikt als Jezus bij hem komt om ook gedoopt te worden en zegt: “Ik heb uw doopsel nodig en Gij komt tot mij?” (Matt. 3,14). Wat Jezus doet is een sublieme daad van nederigheid. Hij heeft inderdaad geen doopsel van bekering nodig maar vooraleer aan zijn openbaar leven te beginnen wil Hij zich helemaal aan zijn Vader geven. Met dit doopsel aanvaardt Jezus ten volle de opdracht van zijn Vader. Hij zegt hier al ‘Niet mijn wil maar uw wil geschiede’.

Weerfenomeen

Of we het nu willen of niet maar op de feestdag van Sint-Jan (24 juni) hebben we net de zomerzonnewende achter de rug met andere woorden de dagen beginnen te korten. Weliswaar nog maar met een minuutje maar het onomkeerbare proces is ingezet. Het komt ook voor dat het rond deze tijd van het jaar hard gaat regenen. De volksmond spreekt dan van de Sint-Jansvloed. Daar hangt volgende weerspreuk aan vast: “Wat het regent voor Sint-Jan brengt ’s landsmans zak de duit; wat regent na Sint-Jan dat haalt er hem weer uit”. En als volgende weerspreuk waar is dan zullen wij met z’n allen op 24 juni gespannen naar de hemel staren: “Is op Sint-Baptist (=Sint-Jan) de hemel rein dan zal hij het ook in juli zijn”.

Beschermheilige

Sint-Jan de Doper (Sint-Jan Baptist) is de patroon van verschillende parochiekerken. We hebben ze even opgezocht voor ons dekenaat. Er is uiteraard de Sint-Janskerk in Tongeren waar een levensgroot beeld staat van de beroemde Luikse beeldhouwer Jean Delcour, Deze kerk werd gebouwd door de leerlooiers die hun activiteiten hadden op de boorden van de Jeker. Hij mag ook nog de patroon zijn van de parochiekerken in Herstappe, Herderen en Romershoven.

Wie regelmatig geplaagd wordt met hoofdpijn mag zich tot de Doper wenden vanwege zijn eigen onthoofding. Vanwege zijn kledij uit kameelhaar is hij de beschermheilige van de leerlooiers, de kleermakers en de bontwerkers.

Oorsprong van het feest in onze contreien

Het feest valt op 24 juni, precies een half jaar voor Kerstmis, en dat is geen toeval. Wat het kerstfeest was voor de winter, was Sint-Jan voor de zomer. Dat heeft in oorsprong alles te maken met de plaats van de aarde t.o.v. de zon, die zowel op 25 december als op 24 juni in een kritiek stadium is, zeker in de ogen van de oude Germanen, voor wie de zon een goddelijk symbool was en de kracht waar alles van afhing. De momenten van de winterzonnewende en de zomerzonnewende waren voor hen heilige tijden, die in het teken stonden van huiver en bezinning.
Na de kerstening van Europa greep de Kerk deze diep in de mensen gewortelde feesten aan om er een nieuw licht op te laten schijnen. Al in de vijfde eeuw werd Sint-Jan een verplichte feestdag, waarop de geboorte van Johannes de Doper werd gevierd. Hij was immers een halfjaar ouder dan Christus.
De poging van de Kerk om de zomerzonnewende te voorzien van een christelijk stempel is voor een deel zeker geslaagd, maar bij het volk bleven er nog vele eeuwen gebruiken in zwang, die rechtstreeks verwezen naar de oude Germanen. Enkele van die gebruiken werden door de Kerk geaccepteerd (bijvoorbeeld het wijden van de Sint-Janstros), maar er bleef ook veel leven, dat zonder meer valt onder het begrip ‘bijgeloof’. Rond Sint-Jan speelt de plantenwereld daarbij een grote rol. Planten in de Sint-Jansnacht geplukt, golden als bijzonder zegenrijk. Ze brachten geluk en genezing en weerden heksen en boze geesten.

Sint-Janskruid

De meest bekende plant in dit opzicht is het Sint-Janskruid, dat zelfs zijn naam aan de heilige ontleent. De plant behoort tot de hertshooifamilie. In de volksmond heette het Sint-Janskruid ‘aardse zon’, vanwege de helder gele bloemen, die als symbool golden voor de zon en ook dezelfde krachten hadden: het verdrijven van duisternis en boze geesten. De plant komt zeer algemeen voor, met name in de bermen van meer landelijke wegen.
Ook aan het water werd op Sint-Jansdag bijzondere kracht toegeschreven. Het gold als bijzonder heilzaam je in het stromende water van een beek te wassen, maar dan wel tijdens de eerste slag van het middaguur. Water tussen twaalf en een uur ’s middags geschept, hield volgens het bijgeloof een heel jaar lang genezende kracht. Dauw, op de morgen van Sint Jansdag opgevangen, genas alle oogziekten.