Roepingenzondag

Laten we spreken over geroepen zijn

De titel is het thema van deze roepingenzondag. We worden uitgenodigd om met elkaar, wie we ook zijn, te spreken over geroepen zijn. Denkend en sprekend over geroepen zijn blijven we te gemakkelijk hangen bij de roeping tot priester of kloosterling. Maar elke gedoopte is door God geroepen om als christen een herder voor de medemens te zijn. Daar ligt trouwens de kiem voor elke andere meer specifieke roeping.

Thema van de herder

Het thema van de herder die goed zorgt draagt voor zijn schapen komt veelvuldig aan bod in het Oude Testament. Uit de geschiedenis van het uitverkoren volk van God leren we dat het een morrend en wispelturig volk is. Wat voor soort leider het ook krijgt, aangewezen door God of eigengereid door henzelf aangesteld, altijd weer loopt het fout. Hoe goedbezield de nieuwe leiders er aanvankelijk ook aan beginnen altijd weer laten ze zich verleiden tot daden die het volk niet dienen en die een gruwel zijn in het oog van God.

Rond 600 voor Christus klaagt de profeet Jeremia: “Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde omkomen en verloren lopen … Dan stel ik herders aan die hen werkelijk weiden” (Jer. 23, 1 en 4). En 50 jaar later laat de profeet Ezechiël God zeggen: “Want zo spreekt de Heer God, Ik keer mij tegen de (onwaardige) herders! … Ik zal zelf omzien naar mijn schapen en ervoor zorgen … Zoals een herder omziet naar zijn schapen als die verdwaald zijn” (Ez. 34,10-12).

De prachtige psalm 23 die we allemaal kennen van het lied ‘God is de Herder die waakt over mij’ (ZJ 713) beschrijft hoe de ideale Herder, God dus, eruitziet.

Jezus, de Goede Herder

In het evangelie van de vierde paaszondag – dit jaar B (Joh 10,11-18) – noemt Jezus zichzelf de Goede Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen. Hij is niet zoals de huurling die de wolf ziet aankomen, op de vlucht slaat en de schapen in de steek laat. Daarmee verwijst Jezus naar de slechte leiders van het Oude Testament. Jezus zegt van zichzelf: “Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen mij (Joh 10,14). (Een niet zo snuggere lezer zag in deze uitspraak van Jezus het bewijs dat Jezus een mijnwerker was!)

De invulling van zijn herderschap vindt Jezus bij zijn Vader, de God die liefde is en dus de Bron van al wat goed leiderschap is.

Roepingenzondag

Tijdens de eucharistievieringen van de vierde paaszondag wordt het evangelie gelezen over de goede herder uit het evangelie van Johannes. Jezus profileert zich als de goede herder zoals hij door de profeten werd voorzegd. Dat was voor de Kerk de aanleiding om op deze dag de roeping van elke christen in het licht te plaatsen maar meer specifiek ook de bijzondere roepingen tot het priesterschap en het kloosterleven.

Dit jaar wordt in het bijzonder gevraagd om met elkaar in gesprek te gaan over de eigen roeping als christen. Christenen worden verondersteld om voor elkaar goede herders te zijn. We worden geacht ons het geestelijk welzijn van de medemens mee in het oog te houden en zo mogelijk er wat aan te doen. Het open gesprek met elkaar is het begin van een gepaste zorg voor elkaar.

Daarnaast is het natuurlijk onontbeerlijk voor elkaar te blijven bidden. We bidden zonder meer voor elkaar maar we bidden ook om nieuwe specifieke roepingen die in de pastoraal hun verantwoordelijkheid opnemen. En we vergeten zeker hen niet die reeds, soms al heel lang, hun bijzondere roeping beleven in de hedendaagse maatschappij.

Moge de Heer ten allen tijde kunnen rekenen op de onbaatzuchtige inzet van christenen.

Rik Palmans

Gebed voor roepingenzondag

God, goede Herder,
Gij roept uw mensen
vanuit alle tijden en plaatsen,
op de wegen van uw liefde.

Gij gebruikt zelden sterke woorden
maar vaker toch
het zachte fluisteren van een bries.

Geef ons mensen
die herder willen zijn
voor ons en voor anderen.

En schenk ons woorden
om met elkaar te delen
hoe Gij ons hart beweegt.

Laat U kennen, Heer,
blijf ons roepen
ook in deze tijd,
op deze plaats.